Een thermische onderbreking is een fundamenteel principe in de bouwfysica en een technisch ontworpen component bedoeld om het pad van warmtetransport door een materiaal met hoge warmtegeleidbaarheid te onderbreken. In de bouw richt het zich specifiek op het probleem van thermische bruggen, waarbij elementen zoals aluminium- of stalen frames, betonvloeren of constructiebeugels een kortsluiting vormen waardoor warmte de isolatielaag omzeilt, wat leidt tot aanzienlijk energieverlies, condensatie, schimmelvorming en ongemak voor bewoners. De thermische onderbreking zelf is een laag van materiaal met lage warmtegeleidbaarheid die tussen twee geleidende delen wordt geplaatst. In het geval van aluminium kozijnen is dit doorgaans een starre strip van glasvezelversterkt polyamide (PA66 GF25/30) die mechanisch vergrendeld en soms verlijmd is in het aluminiumprofiel, waardoor de binnen- en buitenzijde van elkaar worden gescheiden. De effectiviteit van een thermische onderbreking wordt bepaald aan de hand van zijn thermische weerstand en de invloed op de totale U-waarde en lineaire warmtedoorlating (Psi-waarde) van de constructie. Een functionele thermische onderbreking moet echter ook voldoende mechanische sterkte bezitten om structurele belastingen (zoals winddruk en bedieningskrachten) over te dragen tussen de gescheiden geleidende delen, kruipweerstand bieden onder constante belasting en zijn eigenschappen behouden over een breed temperatuurbereik en gedurende de levensduur van het gebouw. Het toepassen van thermische onderbrekingen is niet langer een optionele verbetering, maar een verplichte maatregel in energiezuinig bouwen, voorgeschreven door bouwvoorschriften wereldwijd en essentieel voor het behalen van certificeringen voor duurzaam bouwen. Het vormt een cruciale synthese van materiaalkunde en bouwkundig ingenieurswezen om de prestaties, duurzaamheid en levensvatbaarheid van gebouwen te verbeteren.